category_news
Juiste meststoffen
Bewerking van dierlijke mest neemt sterk toe. Er ontstaan hierbij veel verschillende nieuwe mestproducten. De landbouwkundige werking van deze meststoffen en het risico op verliezen kunnen sterk afwijken van die van drijfmest. Inzicht in de eigenschappen van de nieuwe mestproducten is belangrijk voor een optimale benutting van nutriënten.
Mest scheiden
Na scheiding van drijfmest ontstaat een dunne en dikke fractie. De stikstof in de dunne fractie bestaat grotendeels uit ammonium (direct door de plant opneembare stikstof) en die in de dikke fractie uit organische stikstof. In runderdrijfmest bestaat ongeveer de helft van de stikstof uit direct opneembare stikstof. De stikstof in de dunne fracties bestaat meestal voor zo’n 60-70% uit direct opneembare stikstof. De stikstof in de dunne fractie werkt sneller en die uit dikke fractie langzamer dan die uit drijfmest. De stikstofwerking kan op snede basis worden berekend op basis van de werkingscoëfficiënten uit het bemestingsadvies.
De stikstof in de dunne fractie kan net als die in onbehandelde drijfmest verloren gaan door ammoniakemissie. Door nauwkeurige emissiearme mesttoediening kan het risico op extra ammoniakemissie worden gereduceerd en de stikstofwerking worden verhoogd.
De dunne fractie bevat meer kalium en de dikke fractie meer fosfaat en organische stof dan drijfmest. Bij opstellen van het bemestingsplan moet rekening worden gehouden met de samenstelling van deze mest. In de adviesbasis staat een tabel opgenomen met gemiddelde samenstelling van verschillende mestbewerkingsproducten, zoals dunne en dikke fractie, digestaat en mineralenconcentraten.
Digestaat
Digestaat uit vergiste mest heeft een hoger gehalte aan ammonium dan drijfmest en daardoor ook een hogere stikstofwerking. Door vergisting neemt ook de pH toe, waardoor het risico op ammoniakemissie hoger is bij toepassing van digestaat dan bij toepassing van drijfmest. Het nauwkeurig injecteren van digestaat vermindert de ammoniakemissie en verhoogt de stikstofwerking.
Kunstmestvervangers
Mineralenconcentraat, een kunstmestvervanger, is een stikstof-kalium meststof met een nog hogere stikstof- en kalium concentraties dan drijfmest en de dunne fractie. De stikstof in mineralenconcentraten kan wel voor 95% uit direct opneembare stikstof bestaan.
Op dit moment zijn kunstmestvervangers nog niet Europees erkend en geldt voor mineralenconcentraat de gebruiksnorm voor dierlijke mest. Deelnemers aan de pilot mineralenconcentraten mogen het mineralenconcentraat als kunstmest toepassen. Ook bij toepassing van mineralenconcentraten kan er makkelijker ammoniak verloren gaan; emissiearme toediening van mineralenconcentraten is wettelijk verplicht en verhoogt de stikstofwerking.
Spuiwater uit luchtwassers bestaat voor 100% uit ammonium. Het risico op ammoniakemissie uit spuiwater is lager, omdat spuiwater uit zuur bestaat. Gebruik van spuiwater en mineralenconcentraten op kalkrijke gronden geeft een hoger risico op ammoniakemissie dan op zand- en veengronden. Het injecteren van deze meststoffen en toediening vlak voor regenbui vermindert het risico op ammoniakemissie.
Onder droge en warme omstandigheden kan toediening van meststoffen leiden tot verbranding van gras. Dit risico is groter bij toepassing van geconcentreerde stikstofmeststoffen, zoals mineralenconcentraten en spuiwater, dan bij onbehandelde drijfmest. Het verdunnen van deze meststoffen met water kan het risico op verbranding beperken.
Meer informatie
Themadag CBGV
Preciezer bemesten volgens het principe van de vier J’s stond centraal op de themamiddag CBGV in februari