category_news

Let op kalivoorziening op maaipercelen in de nazomer

Gepubliceerd op
26 juli 2023

Kali is belangrijk voor de vitaliteit van het gras en daarmee voor de groei. Bedroeg het advies voor de eerste snede meer dan 80 kg K2O per hectare, geef dan 70-80 kg K2O per hectare voor een volgende maaisnede via mest of kunstmest. In alle andere situaties is geen aanvulling nodig; de nalevering van eerder gegeven mest volstaat.

Maaisnedes van invloed op kalitoestand van de bodem

Een lichtere graskleur van een perceel of gele puntjes in het gras, kan in de (na)zomer bij natte omstandigheden wijzen op een kalitekort. Dit geldt voor grasland, maar zeker ook voor grasklaver. Deze is nog gevoeliger voor een tekort. Het aantal maaisneden en de kalitoestand van de grond en al gegeven mest, bepalen of een aanvulling met kunstmestkali nodig is. Vooral op percelen met een lage kalitoestand waar al meerdere maaisneden gras vanaf zijn gehaald, en/of waar minder drijfmest komt, is vaak een kali-aanvulling nodig in de zomer. Drie maaisneden onttrekken 260-300 kg kali per ha, terwijl met bijvoorbeeld 40 m³ drijfmest per ha, 200-220 kg kali wordt aangevoerd. Dan is er al gauw een tekort van 80 kg.

Hoe zit dat op jouw bedrijf? Ga eens na hoeveel m³ mest de percelen gehad hebben, hoeveel kali er eigenlijk in zit en wat het gebruik is. De onderstaande tabel uit het bemestingsadvies geeft de snedeadviezen.

Tabel 2-18 Advies per snede voor de kalibemesting in kg K2O per ha op alle grondsoorten na de eerste snede
Snedezwaarte, kg ds per ha Bij bodemanalyses waar advies voor erste maaisnede ≥ 80kg K2O/ha Bij bodemanalyse waar advies voor eerste maaisnede <80kg K2O/ha is
1700 50 25
2000 60 30
2500 70 35
3000 80 40
3500 85 40

Weide- of maaipercelen

Worden percelen vooral geweid of was het eerste snede advies lager dan 80 kg K2O per ha, dan volstaat de kali uit de al eerder gegeven eigen mest. Op maaipercelen is meestal een aanvulling nodig met 70-80 kg per ha. Dit kan via dierlijke mest, enkelvoudige kalimeststoffen of een mengmeststof met bijvoorbeeld stikstof.

Tip: Kijk ook naar de kuiluitslagen. Bij een K-gehalte in het gras lager dan 25 gram per kg ds, is het belangrijk goed op de kalibemesting te letten!