Nieuws

Methaan- en eiwituitdaging op regeneratief Koeien & Kansen-bedrijf

Gepubliceerd op
21 december 2023

Voor biologische melkveehouder Peter Oosterhof is het een uitdaging om binnen het project Koeien & Kansen aan te tonen, dat zijn bedrijf goed presteert op de reductie van methaan en stikstof. Deze reductie maakt onderdeel uit van het klimaat- en stikstofbeleid. KPI’s in de landbouw, waarin de klimaatstrategie van de veehouder op wordt beloond, moeten meetbaar zijn en dat gebeurt op basis van kg FPCM , zoals CO2-equivalenten als het gaat om de methaanemissie. Het is niet eenvoudig om bij een regeneratieve manier van bodembeheer, weidestrategie, voeding en bemesting aan te tonen dat je het goed doet!

Uitdaging methaanreductie

Peter Oosterhof scoort in 2022: 651 g CO2-eq methaan/kg FPCM, bij een productie van 6740 kg FPCM per koe. ''Dit resultaat hebben we gehaald bij een voorjaars afkalvende veestapel, door veel smakelijk weidegras in de koe te stoppen en te zorgen voor veel weidedagen en weide-uren met hoge droge stofopnames. Dit heeft in deze situatie geleid tot de hoogste CO2-eq-reductie,'' geven Peter Oosterhof en adviseur Peter Takens aan. Dit jaar legt Peter nog meer de nadruk op de ruwvoerwinning voor de stalperiode. ''Dat betekent het gras iets jonger maaien, zodat ook de oudmelkte veestapel in de relatief korte stalperiode en tijdens de periode van beperkt weiden met bijvoeding in balans blijft. Energie is dan een aandachtspunt. Dit geldt vooral in het najaar,'' geeft Peter als een reductiestrategie aan.

Krachtvoer naar nul

Voor Peter Oosterhof is het reduceren van de krachtgift nog steeds een belangrijk doel. Het streven is uiteindelijk naar een gift van nul. "Daarvoor moet de koe heel goed herkauwen. Veel Fermenteerbare Organische Stof (FOS) hebben om zo veel mogelijk microbieel DVE te maken en veel speeksel om stikstof (ureum) zo goed mogelijk te recyclen. Smakelijk structuur is daarvoor essentieel. Maar structuur (NDF) betekent ook weer extra methaanproductie inrekenen. Daar zit de spagaat!," geeft adviseur Peter Takens aan. ''De kuil van productief kruidenrijk grasland en zeker de graskuil/hooi van slecht (kruidenarm) natuurland hebben hoge emissiefactoren voor methaan. Nog hoger dan de emissiefactor van graszaadhooi! Het is dus een hele uitdaging om met het regeneratieve biologische bedrijfssysteem de methaanemissie te verlagen,'' beredeneert Peter Takens. "Emissiereductie met snijmais is geen optie voor dit bedrijfssysteem, krachtvoer verhogen of grondstoffen veranderen ook niet, meer voorjaarskuil aanleggen met als gevolg een hoger maaipercentage op de huiskavel, zeker niet,'' streept Peter vervolgens de reductiemogelijkheden één voor één af. ''Jonger maaien blijft hier dan letterlijk en figuurlijk tot zekere hoogte één van de enige opties om nog wat pensmethaan te kunnen reduceren,” concludeert Peter Takens.

IMG_9068.jpg
IMG_9069.jpg

Bodemkoolstof

Peter Oosterhof houdt daarnaast ook rekening met de onverteerbare organische stof in de mest en daarbij gaat hij er vanuit deze weer grotendeels als koolstof in de bodem wordt opgenomen. Peter ervaart dat dit duidelijk als een toename van de bodemvruchtbaarheid in al haar facetten.
''Samen met de altijd ruim aanwezige “bladgroenfabriek” wordt zo per hectare de fotosynthese geoptimaliseerd. De hoge hergroei in het systeem legt veel suikers vast in de plant en deze voedt via de wortel het bodemleven met veel vloeibare suikers. Voor deze grote hoeveelheden suikers wordt veel koolstof (ook van methaan) weer vastgelegd,’’ licht Peter Takens toe.
“Ja, herkauwers produceren methaan, maar de koolstof in dat methaan was deel van de koolhydraten in het gras. En hoe kwam die daar in de plant? Dat komt uit de atmosfeer in de vorm van CO2 dat wordt vastgelegd in de plant. Dat heet fotosynthese. Koeien creëren zo geen extra CO2. Ze zijn een vast onderdeel van een natuurlijke korte koolstofcyclus (8-15 jaar),’’ meent Peter Oosterhof.
“Iedere gram methaan CO2-eq die Peter nog weet te verminderen door minder fossiele energie aan te voeren, draagt bij aan het verlagen van de CO2 uit de grote C-kringloop (CO2 uit verbranding fossiele brandstof),'' geeft Peter Takens aan. "Elke vorm van fossiele energie die nodig is voor mijn melkveehouderijsysteem draagt bij aan een onbalans in productie en weer vastlegging van CO2,’’ vult Peter Oosterhof hem aan.

Uitdaging in eiwitreductie

Het jaarrantsoen sturen naar 153g RE/kg ds is één van de Koeien & Kansen doelen. Voor Oosterhof is dat een grote uitdaging.

Bij zijn voorjaars afkalvende veestapel bestond het jaarrantsoen in 2022 voor 53% uit vers gras, 32% uit kuilgras en 15% uit krachtvoer op ds basis. ''Bij deze vers grasopname met 190 g RE/kg ds en 124 g RE/kg krachtvoer mag er nog gemiddeld 105 g RE/kg ds uit kuilgras gevoerd worden om jaarrond tot 153 g/kg ds in het jaarrantsoen te komen,'' cijfert Peter Takens voor. Via de beperkte bemesting kan dit lukken, maar door de biodiversiteit met veel vlinderbloemigen is dat heel lastig. ''Kijken we naar melk uit deze kuilen, dan is dit een hele uitdaging en zal er meer energie(krachtvoer) naast moeten om ook de dan oudmelkte veestapel persistent te houden,'' is Peter van mening. Wel zal er op deze eiwitarme structuurrijke rantsoenen weer meer methaan op stal worden geproduceerd. Wat betreft drijfmestkwaliteit zal deze smakelijk zijn voor bodemleven en heel weinig TAN bevatten.

Eiwit beperken in rantsoen

''Ja, koeien produceren meer N in de urine bij veel RE in het rantsoen. Het hoge RE in vers gras en met name in het najaar, wordt slecht benut in de koe en komt voor het grootste deel als ureum via de urine uit de koe, dat is eigenlijk niet gewenst,'' weet Peter te vertellen. ''Gebeurt dit op stal dan zorgt het contact met de feces dat er ammoniak ontstaat,'' legt Peter Takens uit. Verlaging van stikstof in de urine door een laag RE en zo goede benutting van eiwit op de stal is daarmee ook voor Peter Oosterhof de methode om de stalemissie te beperken.

Weidemanagement

In de weide, en dan met name in de herfst, speelt een heel ander proces. Voor goede koegezondheid en goede OEB benutting probeert Peter uiteraard het ureum zo laag mogelijk te houden door het vee in een ouder (volwassen) en meer divers gewas te weiden met een passende bijvoeding.
"Gier (ureum) is dan een bemesting die uitstekend past. Het is namelijk een koolstofgebonden stikstof. Deze past prima in het groeiseizoen bij de bodem en daarmee bij de plant,'' vertelt Peter Takens. ''Daarbij wordt de N-bemesting goed opgenomen door de bodem en in de plant vastgelegd. Hierdoor ontstaan er zo minder verliezen naar (drink)water in de vorm van nitraat. Ook de scheiding van feces en urine, draagt bij aan minder ammoniakemissie. Het weidesysteem, waarbij de koeien heel kort op zelfde weideplatform lopen, leidt tot de goede scheiding van feces en urine. Eigenlijk zou de weidevloer ook een RAV-code moeten hebben," sluit Peter Oosterhof af.

Kortom een hele uitdaging om zo aan alle knoppen te draaien dat milieudoelen gehaald worden, zonder het totaal bodem-plant-dier-mestsysteem volledig uit het oog te verliezen.