Project

Beïnvloeding van zuurtegraad melkvet door rundveevoeding

Sinds de invoering van Automatische Melk Systemen (AMS) in de melkveehouderij en de intensievere controle op kwaliteitskenmerken van melk wordt vaker een verhoogde zuurtegraad van melkvet aangetroffen.

Toename van de problematiek met betrekking tot zuurtegraad melkvet heeft deels te maken met de invoering van AMS in de melkveehouderij. Dit gaat samen met een verhoogde melkfrequentie en een gewijzigde verwerking en afvoer van melk tot aan de melktank. Daarnaast is de controle op vrije vetzuren (zuurtegraad melkvet) in de melk geïntensiveerd tot een analyse bij iedere melkaflevering. De zuurtegraad mag niet stijgen boven 0,8 mmol/100g melkvet of 1,0 mmol/100g melkvet (afhankelijk van de melkfabriek). Reden voor een strenge controle op een verhoogde zuurtegraad van het melkvet is dat een verhoogde zuurtegraad van het melkvet resulteert in een ranzige smaak van de melk en deze daardoor niet meer gebruikt kan worden voor de verwerking tot kaas en andere zuivelproducten.

De aanwezigheid van vrije vetzuren in rauwe melk is het resultaat van de activiteit van het enzym melk lipoproteine-lipase dat van nature in melk voorkomt. De activiteit van het enzym veroorzaakt een snelle hydrolyse van triglyceriden. Normaliter heeft lipase geen toegang tot triglyceriden, omdat deze aanwezig zijn in het vetbolletje dat omgeven is door melkvetbolmembranen. Na fysische beschadiging van deze membranen kan lipase echter in contact komen met triglyceriden, waarna geïnduceerde lipolyse optreedt. Ook koelen van de rauwe melk kan lipolyse initiëren. Factoren die geïnduceerde lipolyse veroorzaken zijn allen mechanisch gerelateerd: bijvoorbeeld. de bevriezing van melk in de melktank en de bijvoeging van lucht tijdens het melken. Er kan ook spontane lipolyse van triglyceriden in melk optreden, welke gerelateerd is aan een balans tussen activerende en remmende factoren in melk. Activerende factoren vinden hun weg in de melk door het “lekken” van bloedbestanddelen in melk. Spontane lipolyse wordt veroorzaakt door managementfactoren: vaker melken (zoals bij AMS, waardoor kleinere hoeveelheden melk per melkbeurt geproduceerd worden en de grootte van de melkvetbolletjes toeneemt), mastitis, dracht, lactatiestadium van de koe en als laatste, maar zeker niet onbelangrijkste factor het rantsoen.

Het doel van dit project is om inzicht te verkrijgen in het effect van de rantsoensamenstellingen op zuurtegraad van melkvet bij zowel twee als drie maal daags melken. Op grond daarvan kunnen melkveehouders gerichte rantsoenmaatregelen nemen om de zuurtegraad van het melkvet op hun bedrijf op een aanvaardbaar niveau te houden of te brengen.

Uitvoerende instellingen

Schothorst Feed Research B.V. en NIZO food research B.V.

Financier

Productschap Zuivel

Producten

Projectleiders

Drs. Ant I Koopmans (Schothorst Feed Research B.V.)

tel: 0320-292145

Dr. ir. Rianne MAJ Ruijschop (NIZO food research B.V.)

tel: 0318-659645